Geschiedenis 1935 – 1950

Op school werd er in de jaren 1926 tot 1930 reeds flink getrapt tegen meestal een afgedankte tennisbal. Onder speeltijd en ook dikwijls onder de gymnastiek werd er regelmatig een partijtje voetbal op klompen uitgevoerd en menige klomp sneuvelde in de hitte van de strijd. ’s Zondags werden al wedstrijden gespeeld op de “Zandberg” tegen het schoolelftal van Maasniel.

De jeugdige voetballiefhebbers waren getuige van de successen van oud-A.V.C., dat in 1928 beslag legde op het kampioenschap 2e-klasse R.K.L.V.B. Het volgend seizoen werd veelbelovend gestart, maar door het vertrek van enkele prominente spelers, o.a. Hub v. Dijck werd benoemd als onderwijzer te Bladel en H. Verheggen ging naar de toenmalige kweekschool, werden de successen minder en de club verdween in 1930 van het toneel.

Maar in de harten van de jeugd bleef de liefde voor de voetbalsport voortbestaan en men wachtte op de tijd, dat men zelf in staat zou zijn in clubverband te gaan spelen.

In het voorjaar van 1935 was het zover: S. v. Dijck en W. Engels, die in Roermond naar de Ambachtschool gingen, organiseerden een vriendschappelijke wedstrijd tegen het St. Josephgesticht op de Stadsweide. Het werd een 8 – 1 nederlaag, doch deze uitslag was geen bezwaar om meerdere vriendschappelijke wedstrijden te spelen, o.a. tegen Maasniel en Herkenbosch.

Op 5 mei 1935 werd een vergadering belegd om definitief over te gaan tot oprichting van een voetbalclub onder de naam A.V.C. Staande de vergadering gaven zich dertien leden op, en een drietal oud-leden van A.V.C. – dhr. W. Aelen, P. Cox en H. Verheggen – zou proberen een voetbalveld te bemachtigen.

Dit mislukte jammerlijk, omdat de boeren destijds geen afstand wilden doen van hun bouw- of weiland, om dat te laten vertrappen. Maar het jeugdig enthousiasme wist van geen wijken en men koos zelf een bestuur, bestaande uit J. Beulen, M. Cox, W. Clerx, P. Kessels als secretaris en P. Verheggen als voorzitter. Men kreeg de beschikking over een terrein aan Frenkens Dennen, gelegen aan de Duitse grens, enkele kilometers buiten het dorp en slechts te bereiken over slechte veldwegen.

De contributie werd bepaald op fl. 0,10 per zondag. Spoedig kreeg men de beschikking over een voetbal, doelen en oude shirts, restanten van oud A.V.C.-ers. Met man en macht werd gewerkt om het terrein zover in orde te brengen, zodat er op gevoetbald kon worden, men zou zich nog beperken tot het spelen van vriendschappelijke wedstrijden en het deelnemen aan seriewedstrijden.

In september organiseerde A.V.C. zelf seriewedstrijden. Als prijzen werden beschikbaar gesteld een voetbal, lauwerkrans en oude medailles, zelf vergegraveerd. Oud-A.V.C. won in de vallende duisternis de finale contra Maasniel. De voetbal werd spontaan geschonken aan jong A.V.C. en de winst was zodanig, dat op één uitzondering na unaniem besloten werd deel te nemen aan de competitie van de toenmalige R.K.L.V.B.

Het jaar 1935 was het jaar van de heroprichting van diverse voetbalclubs, o.a. P.S.V.’35, Vlodrop, St. Odiliënberg en Groen-Wit – Melick, thans Vesta. Ondanks de jeugdige leeftijd van de spelers, variërend van 15 tot 20 jaar, schrok men er niet voor terug uit te komen in de 2e-klasse R.K.L.V.B., omdat er toen geen 3e-klasse was.

De eerste competitiewedstrijd – thuis tegen St. Odiliënberg – werd een 2 – 0 nederlaag, maar het vertoonde spel was zo veelbelovend, dat oud-A.V.C.-spelers als Jack v. Dijck, Th. Engelen en P. Cox spontaan de gelederen kwamen versterken.

De eerste overwinning werd behaald in de uitwedstrijd tegen Linne 2, en meerdere successen volgden.

De uitwedstrijd tegen Stevensweert werd een gebeurtenis, omdat deze tocht gemaakt werd met de “Uiver”, een gammele autobus. Ofschoon de spelers en supporters de reiskosten zelf moesten betalen, was de belangstelling enorm. De wedstrijd eindigde onbeslist 2 – 2 op een zwaar bespeelbaar veld. Hub v. Dijck, die voor deze wedstrijd beschikbaar was, verbaasde iedereen en was de ster van het veld. Ook Jan Engelen – oud-A.V.C.-er – maakte in deze wedstrijd zijn rentree.

Het bestuur werd uitgebreid met Jac v. Dijck en P. Cox als voorzitter. Reeds voor de aanvang van de competitie werd P. Verheggen secretaris/penningmeester en zou dit blijven tot 1950.

De eerste competitie eindigde A.V.C. in de middenmoot; de daaropvolgende competitie 1936/37 telde A.V.C. reeds geducht mee en de competitie 1937/38 werd een volledig succes. Na een uiterst spannende nek-aan-nek race met Groen-Wit (Vesta) en Vlodrop werd A.V.C. ongeslagen kampioen.

Dit kampioenschap werd behaald in de volgende opstelling:

  1. Cox
  2. Beulen              M. Cox
  3. v. Dijck         Jos Cox           M. Lamers

Jac v. Dijck       G. Janssen             Th. Engelen           L. Verheggen           A. Cox

 

Van de reserves was H. Hermans, ondanks het niet meespelen van diverse wedstrijden de topscorer van A.V.C.

Het kampioenschap werd uitbundig gevierd. Vermeld dient te worden, dat Jac v. Dijck in zijn eentje een gratis tombola organiseerde voor alle leden. Het debuut in de 1e-klasse R.K.L.V.B. was overweldigend.

Gestart werd met een 6 – 1 overwinning op Roggel, dat beschikte over de oud-R.F.C.-speler P. Kooiman. De tweede wedstrijd thuis tegen Haelen, de kampioen van het vorige seizoen, werd een 5 – 0 overwinning. De uitwedstrijd tegen Wit-Zwart 2, later Megacles, werd na een enerverende wedstrijd met 3 – 1 gewonnen. Een paar arbitrale beslissingen tegen Nivea 2 en Roggel, die velen zich nog zullen herinneren, kostten de puntjes, die A.V.C. van het kampioenschap afhielden.

Met een 2e elftal werd deelgenomen aan de onderlinge Maas- en Roercompetitie. In de zomer van 1939 werd de jeugd beneden 18 jaar de kans geboden deel te nemen aan een competitie, georganiseerd door de Kring Roermond van de R.K.L.V.B. met het bestuurslid G. Sillen als competitieleider.

Aanvankelijk bestond de belangstelling voor onze jeugd uit enkele supporters, maar naarmate de competitie vorderde werd deze steeds groter.

De thuiswedstrijd tegen Herkenbosch werd met 4 – 0 verloren, doch dankzij een zwaar bevochten 1 – 0 overwinning in de uitwedstrijd – een onvergetelijk doelpunt van P. Engels, werd de bovenste plaats met Herkenbosch gedeeld. Door een 3 – 1 overwinning in de beslissingswedstrijd te Melick werd de A.V.C.-jeugd kampioen van hun afdeling. In 2 wedstrijden tegen de P.S.V.-jeugd zou worden beslist, wie jeugdkampioen Kring Roermond zou worden.

De eerste wedstrijd werd thuis met 4 – 0 verloren; in de return werd een gelijkspel 0 – 0 behaald. Wegens het ongerechtigd meespelen van H. Thegels bij P.S.V. werd de A.V.C.-jeugd kampioen verklaard.

Uit dit jeugdelftal zijn vele goede voetballers naar voren gekomen, o.a. de gebroeders Janus en Jac. Cox, P. v. Dijck, P. Engels, J. Peters, W. Verheesen en Paul Verheggen, die met veel succes jarenlang de A.V.C.-kleuren hebben verdedigd.

Wegens de oorlogsdreiging werd het seizoen 1939/40 een noodcompetitie, waarin A.V.C. moest uitkomen tegen P.S.V. I en Leeuwen, die speelden in de overgangsklasse.

Onder barre omstandigheden – een keihard terrein en strenge vorst – werd P.S.V. I op eigen veld verslagen. Ook de uitwedstrijd tegen Leeuwen werd een overwinning, nadat de scheidsrechter genoodzaakt was de wedstrijd te staken in verband met moeilijkheden met Leeuwenspelers. P.S.V. nam revanche met 5 – 0 en werd kampioen.

Onder de bezetting werd de I.V.C.B. en R.K.L.V.B. in 1940 opgeheven en bij de K.N.V.B. ondergebracht. Omdat in de K.N.V.B. een andere vereniging A.V.C. oudere rechten had, werd de naam van onze vereniging R.K.A.V.C.

In de oorlogsjaren wist R.K.A.V.C. zich onder moeilijke omstandigheden, gedwongen tewerkstelling in Duitsland, onderduiken van spelers en materiaalschaarste, te handhaven.

In tegenstelling met de tegenwoordige tijd met subsidie van de gemeente, waren de verenigingen helemaal op zichzelf aangewezen. S.V. Victoria Maasniel had in 1942 niet meer de beschikking over een eigen speelveld en verzocht gebruik te mogen maken van ons speelveld. Op zondag 21 juni 1942 – de dag, dat Hitler/Duitsland Rusland was binnengevallen – werd gespeeld de wedstrijd R.K.A.V.C. – S.V. Victoria om de Van den Hof-beker, beschikbaar gesteld door de voorzitter van S.V. Victoria als blijk van waardering voor de sportiviteit van R.K.A.V.C.-zijde. Na een spannende en sportieve wedstrijd won R.K.A.V.C. met 2 – 1.

Op dit veld moest ook Swift – de vereniging die met bekende spelers als keeper Jan Brummans, de gebroeders Hoefnagels, K. Lommen en Fr. Wiers in de kortste tijd opgerukt van de onderafdeling naar de 3e klasse K.N.V.B. – in R.K.A.V.C. de meerdere erkennen.

Voor een uitwedstrijd tegen Laar moest men ’s morgens om 7 uur in Roermond op de trein stappen om in Weert een H. Mis te kunnen bijwonen, en verder te voet naar Laar. Een overwinning maakte alles goed en de stemming was opperbest.

R.K.A.V.C. nam met twee elftallen deel aan de competitie en kreeg zelfs een trainer: dhr. H. Reulen, een bekende oud-speler van R.F.C., die gedeeltelijk in natura moest worden betaald. De spelers moesten zelf hiervoor zorgen.

De competitie 1944/45 was goed voorbereid en werd met vertrouwen tegemoet gezien. Het zou heel anders verlopen!

Limburg werd door de terugtrekkende Duitsers oorlogsgebied en later geëvacueerd. Na de oorlog moest opnieuw worden begonnen met niets. R.K.A.V.C. bleef niet bij de pakken zitten en formeerde een nieuw bestuur, bestaande uit niet-spelers als Maan Heldens, voorzitter, W. Aelen, J. Christiaans, Jan v. Dijck en R. Peters; alleen P. Cox en P. Verheggen als secretaris/penningmeester bleven gehandhaafd. Wat voorheen nog niet mogelijk was geweest, zou eindelijk werkelijkheid worden. Een nieuw voetbalterrein, centraal gelegen aan de Molenweg tussen Asenray en Maalbroek. Hiervoor was de medewerking nodig van zeven landbouwers, die een perceel bouwland beschikbaar moesten stellen. De nieuwe voorzitter Maan Heldens, een zeer bekende figuur met invloed, heeft hierbij een grote rol gespeeld.

Nog een seizoen moest gespeeld worden aan Frenkens Dennen.

Met medewerking van alle leden kon in september 1946 plechtig een prachtig voetbalveld met afrastering en omheining in gebruik worden genomen.

Ook in de competitie telde R.K.A.V.C. geducht mee en de publieke belangstelling was groot. Het fel begeerde kampioenschap in de 1e klasse Onderafdeling werd telkens op het nippertje niet gehaald. De volgende generatie zou doorstoten naar de 3e klasse K.N.V.B., een resultaat op zich voor zo’n kleine gemeenschap.

Het seizoen 1947/48, het laatste voor mij als actief-voetballer, was bijzonder aangenaam. Als aanvoerder van het 2e elftal werd het kampioenschap behaald in de 3e klasse, na een spannend verloop. De uitwedstrijden tegen Vesta 2, E.M.S. I en SVVM 2 zullen velen onzer zich nog herinneren.

Dit kampioenschap werd behaald in de volgende opstelling:

  1. Clerx
  2. Diels         Jac Geurts
  3. Engelen         P. Clerx         A. Oostra
  4. Cox       P. Verheggen         J. Franssen       W. Suntjens       H. Lamers

 

R.K.A.V.C. heeft in de eerste 15 jaar van haar bestaan diverse goede voetballers gehad en werd in kringelftallen vertegenwoordigd door o.a. J. Beulen en Th. Engelen. Later waren dit Jos van Dijck en P. Engels, die zijn doorgedrongen tot het Limburgs elftal, dat in Utrecht de finale speelde.

Zonder iemand tekort te doen heeft R.K.A.V.C. veel te danken aan de eerste voorzitter P. Cox, die ook als keeper heeft bijgedragen aan de successen van R.K.A.V.C. Gedurende meer dan 15 jaar vergaderde het bestuur te zijnen huize en mevr. Cox was hierbij niets teveel. Jac. v. Dijck was vooral in de jaren 1936/40 de grote animator. Jos van Dijck heeft de beste en langste staat van dienst. Nast zijn lange actieve loopbaan als keeper en speler heeft hij vele jaren het materiaal verzorgd. Later zou hij R.K.A.V.C. nog vele jaren dienen als voorzitter, onder wiens bezielende leiding R.K.A.V.C. ongekende successen zou behalen.

In 1950 – na 15 jaar het secretariaat te hebben waargenomen – werd L. Franssen mijn opvolger. Ik kon mij volledig gaan wijden aan de duivensport – een hobby reeds eerder uitgeoefend – maar zou R.K.A.V.C. trouw blijven als lid, met prettige herinneringen aan de dagen als actief voetballer en de ondervonden medewerking van bestuur en leden.

 

Geschreven door P. Verheggen (mede-oprichter, oud-penningmeester en oud-secretaris); in de kroniek van het 50-jarig jubileum (1985).